1.060

De Hemelvaart van Christus

Regio: Rusland
Periode:  Laat 16e eeuw
Afmeting: 52.00 x 65.00 cm

Beschrijving

Christus wordt door twee engelen ten hemel gedragen. Christus is niet meer afgebeeld in zijn menselijke gedaante, maar als God. Als symbool van deze verheerlijking is de figuur van Christus omringd door een stralende mandorla. De blik van Christus is gericht op de figuren die op de aarde achterblijven en ook zijn handen houdt Hij zegenend omlaag. Centraal tussen de achterblijvende discipelen staat de Moeder Gods als beschermster van de Kerk. Aan weerszijden van de Moeder Gods staan engelen die gekleed zijn in stralend witte gewaden. De functie van de engelen is tweeledig: allereerst wijzen de engelen met een hand op de ten hemelvarende Christus. Tegelijkertijd hebben beiden ook hun hoofd vertroostend naar de achterblijvende discipelen gebogen. Links staat Petrus, hoofd van de achterblijvende kerk van Christus. Hij heeft zijn hoofd fier omhooggeheven en wijst mee met de engel. Rechts staat Johannes. Hij heeft zijn hand voor de borst geslagen en lijkt nog te treuren om het afscheid van zijn Meester.