1.148
Julitta en Kirik met vita
Periode: 19e eeuw
Afmeting: 22.50 x 27.00 cm
Beschrijving
Centraal zijn de
martelaren Julitta en Kirik (in het westen als Cyriacus bekend) frontaal en ten
voeten uit afgebeeld. In de achtergrond is een viertal taferelen uit het leven
van de beide heiligen afgebeeld.
De welgestelde weduwe
Julitta en haar driejarige zoontje Kirik leefden in de stad Iconium in
Klein-Azië. Om aan de christenvervolging van Diocletianus (284-305) te
ontsnappen, lieten zij alle bezittingen achter en ontvluchtten zij de stad. Na
enige omzwervingen werden zij in Tarsus gearresteerd en voor de vorst Alexander
gebracht. Toen Julitta stokslagen moest ondergaan omdat zijn moeder niet op de
avances van de heidense keizer wenste in te gaan begon Kirik zich te verzetten.
Vorst Alexander nam hem op schoot om hem in bedwang te houden, maar het
jongetje bleef roepen dat hij net als zijn moeder christen was en bij haar
wilde zijn. Zelfs het uitsnijden van zijn tong kon het jongetje niet tot
zwijgen brengen. Alexander onstak hierop in toorn en duwde de jongen zo hard
van de trap waarop de troon stond, dat Kirik met zijn hoofd op de grond sloeg
en stierf. Toen Julitta hierop God dankte dat haar zoon als martelaar gestorven
was, liet Alexander haar martelen en onthoofden. De relieken van Julitta en
Kirik werden ten tijde van keizer Constantijn de Grote ontdekt.
Julitta en Kirik zijn
beschermheiligen van het gezin en de genezing van zieke kinderen. Hun feest
wordt op 15 juli gevierd.